maandag 27 april 2015

Altijd opnieuw overtuigt hij zichzelf ervan dat hij geen problemen heeft. Hij gaat op het hardhout van de woonkamer liggen, staart naar de zoldering en bedenkt zijn problemen. Hij overweegt alles wat een probleem zou kunnen zijn. Elk mogelijk probleem wordt ten einde gedacht. Hij sluit zijn ogen, kijkt in de donkerte en weet nu: hij heeft geen problemen. Geen enkel probleem heeft hij. Hij is geen probleem en valt. Want het koord waarop hij kan dansen, moet worden gespannen tussen de uitersten zelfrespect en zelfhaat. Hij moet problemen bedenken waaraan hij het koord kan vastknopen. Zonder problemen lukt het niet. Dan is er niets waarop hij zich staande kan houden. Hij is een aansteller.